Naar persoonlijke pensioenen

De overeenkomsten tussen zorg- en pensioenwereld zijn groot: ook voor de pensioenen geldt dat mensen wel vertrouwen hebben in hun eigen pensioen, maar niet in het pensioenstelsel. Bij pensioenen zijn we nog midden in de stelseldiscussie, wat dat betreft ligt de zorg voor, stelt Van Ewijk. Maar ook daar gaat het om het thema pluriformiteit, ofwel heterogeniteit.
Van Ewijk kijkt kort terug op het ontstaan van pensioenen en hoe dat via fondsen nu geregeld is. Eigenlijk is dat een succesverhaal, maar we stellen er nu toch vragen bij.

Hij geeft vijf redenen voor herbezinning:
1. Houdbaarheid van dit stelsel waarin nu te lage dekkingsgraden ontstaan
2. Toenemende diversiteit
3. Veranderende arbeidsmarkt
4. Toenemende behoefte aan eigen regie
5.  Inflexibiliteit van het pensioenstelsel
In wezen zijn pensioenen helemaal niet uniform. Door talloze redenen zoals carrièrebreuken, lang of kort werken, hebben burgers meer of minder pensioen. In het huidige systeem kan niemand iets extra’s bijsparen, maar veel mensen hebben wel meer bronnen van inkomsten na hun pensionering: AOW, pensioen, spaargelden en/of beleggingen en een eigen woning, al dan niet gedeeltelijk hypotheekvrij.

Gebrek aan maatwerk breekt het stelsel op
Maar de arbeidsverhoudingen veranderen de laatste jaren: er komen veel ZZP‘ers op de arbeidsmarkt en veel mensen worstelen zich onder het pensioen uit. Het gebrek aan maatwerk irriteert kritische consumenten die goed opgeleid en goed geïnformeerd zijn. Zij willen meer regie. Op internet kunnen zij al veel goede informatie over pensioenen vinden. Daarnaast hebben mensen last van het feit dat een deel van hun kapitaal vaak vast zit in hun huis en dat het pensioen inflexibel is. Daar moeten we oplossingen voor bedenken.
Opvallend is ook dat ouderen niet ontsparen: ze houden het pensioenvermogen in hun zak uit angst. Ze vragen zich af: hoeveel heb ik later nog nodig? De feiten tonen aan dat dit vaak niet nodig is, slechts 10 tot 20% van de burgers heeft later echt hoge zorgkosten. Misschien moeten we wel de mogelijkheid creëren om voor die kans op hoge zorgkosten op je pensioenleeftijd een extra verzekering af te sluiten, waarvoor een deel van het pensioen gebruikt kan worden.

Naar een integrale levensloopregeling
Hoe verder met dit pensioenstelsel? Er is minder geld in de pot dan voorheen, er zijn minder werkenden, er is weinig keuze, de mobiliteit van mensen is groot en de vraag is: van wie is het geld? We staan midden in die discussie. Wie gaat daarin de lead nemen? De SER of de overheid? Het veld heeft in ieder geval een urgentiegevoel en is ermee aan het werk.
De pensioenwereld is nog paternalistischer dan de zorg, stelt Van Ewijk. Het zal echt hervormd moeten worden naar een persoonlijke benadering, naar een model van maatwerk, waarin veel keuze is.
De componenten wonen, zorg, pensioen en werk moeten leiden naar een integrale levensloopregeling. Ook burgers moeten daarover nadenken. Wat je doet, hoe je leeft, of je koopt of huurt: het heeft allemaal effect op je welvaart na je pensioen. Hoe ver moeten wij gaan in het geven van de regie daarin aan mensen zelf? Soms moet je mensen in bescherming nemen tegen zichzelf, stelt Van Ewijk. “Kijk naar de valkuil van zelf beleggen voor een pensioen. Als je dat niet goed doet, kan het helemaal mis gaan.”
Willen en kunnen we zelf eigenlijk wel kiezen? We kunnen bij veel zaken al kiezen, zoals onze pensioendatum, de hoogte van het pensioen, de uitruil van het pensioen. In de toekomst zullen de keuzemogelijkheden toenemen, bijvoorbeeld de hoogte van de premie-inleg, beleggingskeuzes, lump sum opnemen van het pensioen. Maar weet de burger eigenlijk wel wat hij precies wil? Hoe kán hij kiezen? In een onderzoek is gevraagd: vindt u keuzevrijheid belangrijk of wilt u dat het automatisch geregeld wordt? Daaruit blijkt dat mensen het belangrijk vinden dat ze de mogelijkheid hebben om te kiezen. Of ze dat vervolgens doen, is niet zeker.
Van Ewijk wil naar een systeem waarin burgers geholpen worden bij hun keuze: “Dat is de toekomst. Niet vanuit paternalisme, maar we moeten wel helpen in een systeem van ‘zacht sturen’, ofwel nudging.” Dat sluit aan op de huidige werkelijkheid waarin mensen al calculeren en zich informeren over vragen als ‘wat betekent langer of korter werken voor mij?’

Solidaire én gedifferentieerde pensioenen
Vanuit uniformiteit moeten we dus toewerken naar diversiteit (pluriformiteit), naar een persoonlijk pensioen met variaties. De klant wil steeds meer aan het roer, eigenaarschap hebben. Daardoor groeit ook het vertrouwen in het pensioenstelsel. Dat is de weg naar keuze en maatwerk, waarbij we sommige zaken uniform willen houden: zo willen we bijvoorbeeld jongeren blijven verplichten om pensioen op te bouwen. De aanbieders krijgen duidelijk een andere rol: er moet sprake zijn van differentiatie, modern paternalisme en een nieuwe solidariteit met zwakken en kwetsbaren: zij moeten geholpen worden bij hun keuzes. Solidaire en gedifferentieerde pensioenen, vanuit het individu geredeneerd: wie heeft hoeveel nodig, hoe helpen we jou door je levenscyclus heen. Dat is de toekomst.