Deel 1

Naar een duurzame sector
In het debat wordt besproken hoe we sterker kunnen inzetten op preventie. Hoe ver kunnen we gaan in gedragsverandering afdwingen? Martin van Rijn wijst erop dat dit moeilijk is, maar dat er al veel gebeurt. Hij verwijst naar de beweging ‘Alles is gezondheid’. Gedragsverandering is iets van de lange adem, het langjarige gevecht tegen roken is uiteindelijk ook aardig gelukt.
De houdbaarheidscurve van de cure wordt besproken. Van Rijn: “Dat is een groot vraagstuk. De minister onderhandelt om de kosten in de cure te beheersen, bijvoorbeeld samen met andere landen over prijzen van medicijnen. Gesteld wordt dat in de zorg nu eenmaal eerst de kosten komen en dat we moeten accepteren dat de zorg steeds meer kosten met zich meebrengt omdat de winst kwalitatief is.
De vraag is of we dat in de toekomst volhouden. Gaan de zorgkosten met de economische groei meelopen of gaan ze harder? Pas als de zorg in de pas loopt met de economische ontwikkeling en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dat ook doen, is er sprake van een duurzame sector, stelt Van Rijn. In dat kader benadrukt hij nog eens het belang van samenwerking.

Zelf overbodige regels opruimen
De sector denkt samen met de overheid prima mee over de wijze waarop er nog meer lucht uit het systeem kan worden gehaald, stelt Van Rijn. “De volgende stap is dat de sector er zelf over gaat nadenken, bijvoorbeeld wat betreft langetermijncontracten. Veel instellingen worstelen met vastgoedvraagstukken: probeer eerder wat af te schrijven en laat banken met een andere blik naar dit probleem kijken. Ga daarin samenwerken”, roept de staatssecretaris op.
Ook de doorgeschoten bureaucratie terugdringen kan daarbij helpen. Van Rijn is het daarmee eens: “Opschoning bij huisartsen van regeltjes heeft daadwerkelijk effect gehad.” Hij stelt dat 80% van de regelgeving uit de instellingen zelf komt en spoort aan om zelf, mét de werkvloer, aan de slag te gaan om de regeldruk te verminderen. Goed leiderschap is in dat proces van groot belang. “Die mars moet vanaf de bestuurstafels worden geleid.” Ook VWS zal, als u ergens tegenaan loopt, meehelpen de zaak op te lossen. Maar samen met de verzekeraars kunt u zelf 90% van de regeldruk oplossen.

Werk vanuit eigen normen en waarden
Meer werken vanuit de visie van de instelling, vanuit de eigen waarden en normen in plaats vanuit regels, leidt ertoe dat de instelling met minder protocollen kan werken: beoordeel als team wat deugt en wat niet. Bestuurder Ruud Klarenbeek heeft bij de JP van den Bent stichting in 20 jaar de regels teruggebracht van 1000 naar ongeveer 4 protocollen en 40 richtlijnen, in ‘gewoon’ Nederlands. Van Rijn: “Dit is the way forward. Er is een lange adem van het bestuur nodig en een duidelijke visie. Het gaat niet vanzelf.”

Laten we tegendrukken
Van Rijn komt tijdens de discussie terug op de beeldvorming: “Het is inderdaad zo dat er een groot verschil is in de beleving en de werkelijkheid van de zorg. De media tonen andere verhalen dan wat wij zien. De sector moet zelf de goede verhalen benadrukken en tonen. Uit de discussie blijkt dat journalisten te vaak het genuanceerde verhaal niet willen.”
Hoe kunnen wij zelf die mediawereld positief beïnvloeden? Ook daarin zullen we moeten samenwerken, niet verdeeld zijn, ofwel: we moeten met elkaar de belofte van de zorg duidelijk maken. Wat is onze bijdrage aan het levensgeluk van mensen? We kunnen niet alles. Laten we daarbij open worden over risico’s en de echte zorgprofessionals en cliënten aan het woord laten, was de veel gedeelde mening.
Voorzitter Olof Suttorp vertaalde deze opvatting: “Laten we tegendrukken, niet bang voor de media zijn.”
De bal ligt ook bij de samenleving, de zorg kan niet alles. De vraag moet zijn: hoe gaan we als samenleving om met mensen met een beperking of met dementie. Deze zaken moeten vermaatschappelijkt worden en de zorgsector moet daarin zijn plek vinden. In die veranderende samenleving moet de zorg duidelijk maken wat haar belofte is.