Deel 5

De cultuur in de organisatie wordt door alle congresdeelnemers zeer belangrijk geacht: woorden als cruciaal, bepalend, dominant, doorslaggevend en waardevol vallen. Deelnemers bevestigen dat bekrachtigen een belangrijke factor is bij transformaties.
Het debat gaat ook over de lezing van Zuijderhoudt. Negatieve framing van een collega, waarover Zuijderhoudt sprak, is eveneens een olifant, volgens congresdeelnemers. Er is discussie over de term lage inzetbaarheid. Geconstateerd wordt dat we moeten gaan kijken naar het individu. Zuijderhoudt merkt op dat we in onze organisaties toe moeten naar punt 14 van het manifest van Factor Vijf: heb elkaar, jezelf en je werk lief.
Maar in Nederland is de zorg een low trust sector. Hoe veranderen we dat? Het is erg als je geen grip hebt op je eigen destiny. Er wordt voor gepleit dat de dokter weer het heft in handen moet nemen, want de dokter wordt nog wel vertrouwd door het publiek en de media, in tegenstelling tot bestuurders en managers. Zuijderhoudt komt terug op de slechte juridische positie van dokters bij tuchtzaken: “Advocaten verdedigen zichzelf veel assertiever. Dokters doen dat nauwelijks. Vraagt een zorgverzekeraar weer om data? De dokter doet het. Dat zit erin gehamerd. Dat moeten we veranderen. Ga niet altijd mee in het spel ‘zij vragen, wij antwoorden’. Gesteld wordt dat hier een belangrijke taak ligt voor de overheid en onder meer de KNMG.

De bestuurder in een spagaat
Opgemerkt wordt dat de zorgsector mogelijk niet zo hard voor zijn mensen staat bij problemen omdat in de zorg ook het patiëntenperspectief bij bestuurders belangrijk is. Uit de discussie blijkt dat vele bestuurders vaak niet alle tuchtrechtzaken van eigen zorgprofessionals kennen. Terwijl de schaamte en angst voor kaltstellen enorm groot is. Dat verandert als de medewerker wordt geholpen.
Hoe kan de bestuurder dat beter doen? Opgemerkt wordt dat we dit probleem slechts kunnen veranderen binnen kaders, maar dat aan het systeem niets veranderd mag worden.
Er wordt een voorbeeld besproken waar in een tuchtrechtzaak tegen een psychiater de volledige RvB de betreffende dokter zijn verhaal liet vertellen. Daar ontstond holding, want er was sprake van gedeeld leed. Die betrokkenheid van de RvB was helend. Dit is dus een manier om je medewerkers te steunen.
Toch blijft het dubbele belang: we staan ook voor de patiënten en een calamiteit moet nu eenmaal op de website gepubliceerd worden omdat het een kwaliteitsinstrument is.
Calamiteitenonderzoek geeft spanning. Uit een voorbeeld uit de care blijkt dat het in alle openheid bespreken met alle betrokkenen – ouders, medewerkers, leidinggevenden en staf – goed werkt. Het doel van het onderzoek moet niet naming en shaming zijn, maar het moet de organisatie helpen om hiervan te leren. Neem je aandeel, leer ervan en maak die stap verder.

Gezamenlijk beter uitverdedigen in de media
Het idee wordt geopperd om niet meer reactief te zijn bij calamiteiten, maar om proactief calamiteiten te publiceren op site. Ofwel: we moeten dergelijke zaken beter uitverdedigen.
Gesteld wordt dat er ook voor collega’s die een aanwijzing of een andere maatregel krijgen, hulp moet zijn. De overheid en de organisatie moeten zorg voor hen hebben.
Bediscussieerd wordt hoe we de zorg uit de reflex van low trust attitude trekken. Hoe transformeren we van low trust naar high trust? Geconstateerd wordt dat 98,9% van de zorg uitstekend is. Maar dat de ‘cowboys’ de low trust blijven voeden. Het gaat vaak om kleine dingen en de wijze waarop het op de site gemeld staat. De sector moet trotser worden en ervoor zorgen dat niet alle aandacht naar calamiteiten gaat. We moeten ons imago verbeteren.
Voorzitter Suttorp constateert dat jarenlange aandacht voor het bijzondere die low trust in de hand heeft gewerkt en dat we daar een oplossing voor moeten bedenken. Daar moeten we regie op zetten, misschien wel een mediaberaad op beeldvorming creëren: de sector moet gezamenlijk optrekken om de beeldvorming te veranderen.