‘Persoonsgericht en innovatief ‘vervagende grenzen’

Naar patiëntgerichte zorg vanuit een innovatief zorgnetwerk dat werkt vanuit de voorkant en waar alle zorgniveaus samenwerken
Leon van Halder neemt de congresdeelnemers mee naar de nieuwe wereld van het Radboudumc, dat verbinding zoekt met andere zorginstellingen en andere sectoren. Wat betekent dat voor een academisch centrum?

De grenzen van het zorglandschap gaan vervagen. Van Halder toont ons hoe hij dat bestuurlijk vertaalt. Daarvoor kijkt hij allereerst naar de trends en ontwikkelingen:
– Technologische ontwikkelingen
– Nieuwe diagnose- en behandelmethoden
– Dubbele vergrijzing: volgens RIVM-cijfers zal in 2040 dementie de zwaarste zorglast vormen. Zo’n 90% van de 75-plussers zal één of meer chronische ziekten hebben, er zullen zo’n 700.000 eenzame ouderen zijn
– Aantal chronisch zieken neemt toe en er is meer sprake van multimorbiditeit
– Betaalbaarheid van de zorg staat onder druk
– Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt.

Tijd dus voor een herijking van de positie van een Academisch ziekenhuis in een snel veranderend zorglandschap. De ontwikkelingen rond patiënten gaan eveneens snel: de patiënt is meer dan zijn ziekte: de context wordt steeds belangrijker. Dus ook de context van de UMC’s. Grenzen vervagen tussen afdelingen, tussen behandelingen, tussen zorginstellingen en tussen patiënt en behandelaar. Van Halder: “Goede zorg gaat over persoonsgerichte aandacht. Dat en de razendsnelle (technische) ontwikkelingen bij behandelingen gaan de zorg op zijn kop zetten. Daarmee wil ik verder. Wil ik versnellen. Mijn droom en visie zijn dat die persoonsgerichtheid naar iedereen werkt. Naar de patiënt, onze medewerkers en naar de student die wij opleiden. Het is goed als die student bijvoorbeeld al vanaf de eerste maand in aanraking komt met patiënten.”
Van Halder wil ernaartoe dat er in het netwerk rond Radboudumc – Maastricht UMC+, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen, Sint Maartenskliniek, Ziekenhuis Bernhoven, Maasziekenhuis Pantein Boxmeer, Jeroen Bosch Ziekenhuis en Rijnstate Arnhem – persoonsgericht en innovatief gewerkt wordt. Dat betekent dat de patiënt in zijn context wordt gezien en de patiëntenzorg patiënt georiënteerd wordt via zorgpaden en geïndividualiseerde zorg. Er moet sprake zijn van shared decision making in alle centra van het netwerk. Ook het onderwijs gaat veranderen. Er komt een vernieuwing van het curriculum, er zal meer patiënt- en studentgericht onderwijs gegeven worden. Onderzoek zal meer in de richting gaan van molecuul naar mens naar populatie: de zoektocht naar personalized medicine. Deze verandering, stelt Van Halder, moet concessieloos zijn en geldt voor iedereen.

Denken en werken vanuit de patiëntenflow

Om te bereiken dat Radboudumc innovatiever wordt dan nu het geval is, willen we zorginnovaties sneller implementeren, stelt Van Halder. Toch gebeurt er al veel bij Radboudumc: REshape scant innovaties uit de gehele wereld en bekijkt of ze bruikbaar zijn. Maar het implementeren van goede innovaties verloopt moeilijk. Dat proces is daarom uiteengerafeld: waarom verloopt het implementeren niet zoals we willen? Van Halder: “We zijn nu bezig dat te versnellen in ons gehele netwerk. Onze academische component helpt ons daarbij omdat er een constante stroom van ideeën uit het huis komt, geholpen door een innovatieve cultuur.”
Hij wil samenhang en focus om die strategie van verandering te versnellen en te kunnen uitvoeren rond de drie kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. De basis moet op orde zijn, er moet op gestuurd worden en het vraagt echt leiderschap. Ook van de medewerkers. Het nieuw besturingsmodel is dat Radboudumc niet meer alles zelf doet, het nieuwe profiel is dat het een bijdrage willen leveren aan de zorg voor de toekomst, binnen netwerkorganisaties.
De centra van het netwerk zullen worden ingericht op de patiëntenflow, ze gaan van oriëntatie op de professional naar oriëntatie op de patiënt. Dat is een grote wijziging. Dat gaat op sommige plaatsen pijn doen, belangen raken, stelt Van Halder. Want veel in die centra zal opnieuw georganiseerd worden: “We hebben geen stip op de horizon, het is meer een zoektocht met onzekerheid: we starten hiermee en hier gaan we van leren. Daarnaast zal de synergie tussen de drie kerntaken beter geborgd moeten worden. We gaan kijken hoe we dat beter kunnen gaan doen. De professionals zullen dat gaan uitvoeren.”

Vermaatschappelijking van de zorg
Radboudumc en zijn netwerk moeten dus keuzes gaan maken. Radboudumc kiest voor onderwerpen die de komende jaren belangrijk zijn, zal zich dus gaan afvragen waar het goed in is en onderzoeken waar de nieuwe zorgconcepten voor de toekomst zitten. Dat is ingewikkeld, want ook hier raak je belangen. Vermaatschappelijking van de zorg is bij deze vragen een belangrijk thema. Dat is redelijk nieuw voor ons, stelt Van Halder, want preventie was bij ons niet primair. Als universitair ziekenhuis waren we derdelijns. Vanuit de academische rol kiest Radboudumc voor hoogspecialistische kennis, innovatie en ontwikkeling, nieuwe zorgconcepten, de drie kerntaken en de vermaatschappelijking in de zorg.
Radboudumc beweegt dus naar de voorkant van de zorg. Samen met de GGD, de gemeente en andere partijen gaat het zich de komende jaren in de wijken van Nijmegen begeven en in leefstijl investeren: groen, gezond en in beweging krijgen. Ook het UMC zelf gaat daarin mee: het gaat voor gezonde professionals, een rookvrije campus: het voorleven is belangrijk. Dit is het nieuwe denken: van de klassieke derdelijnszorg naar de voorkant ofwel vermaatschappelijken van zorg.
Daarin zullen keuzes gemaakt worden: wat moet Radboudumc behouden, versterken, ontwikkelen en afbouwen om over tien jaar nog steeds een belangrijke en relevante speler te zijn en in de toekomst een bijdrage te leveren aan de zorg voor gezondheid? Dat proces moet midden 2019 afgerond zijn. Voor Radboudumc zijn belangrijke principes dat het in dat proces gaat om:
– Innovaties die recht doen aan ons academisch leiderschap
– Versterking van de synergie van onze kerntaken
– Versterking van de samenwerking in onze netwerken, buitenshuis en binnenshuis
– Excellente kwaliteit voor patiëntenzorg, onderzoek en/of onderwijs, en gaat over gebieden waarin we koploper zijn of gaan worden
– Bijdragen aan een doelmatige gezondheidszorg, bezien vanuit het perspectief van de samenleving
– Versterking van de menselijke maat en persoonsgerichte zorg, zowel vanuit het perspectief van de patiënt, de student als de medewerker.

UMC ’s gaan dwars door de zorglijnen heen opereren
Er is sprake van twee trends in de zorg: schaalvergroting en concentratie, en decentralisatie. Radboudumc kiest binnen die trends voor netwerken. Van Halder: “Dit leidt tot toename van kennis, want wij kunnen het niet meer allemaal zelf. Samenwerken is versnelling en meer kwaliteit. Het leidt tot superspecialisatie en kwaliteitverbetering. De decentralisatietrend volgt het Radboudumc ook: de patiënt staat centraal, er is aandacht voor persoonlijke zorg waarbij de patiënt in zijn context wordt gezien, een eigen verantwoordelijkheid heeft en mede de regie kan nemen. Dat zal er uiteindelijk toe leiden dat mensen langer (gezond) thuis wonen.”
Van Halder is ervan overtuigd dat over enkele jaren de UMC’s dwars door de zorglijnen heen zullen opereren. Hij heeft vertrouwen in zijn netwerk omdat er vooraf heldere discussies zijn gevoerd over de visie, doel en meerwaarde ervan. Cruciaal is dat gesproken is over wie welke belangen heeft en waar eventuele verborgen agenda’s zitten. “De samenwerking is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Er zijn rechten en plichten voor elke partij. Gezamenlijke kwaliteit is niet onderhandelbaar en opgeven van eigen autonomie hoort erbij. Iedere partij moet de identiteit van het netwerk overnemen.”
Medewerkers van Radboudumc hadden vooraf enkele essentiële waarden voor de samenwerking met andere partijen benoemd: betrouwbare partners (geen verborgen agenda), verbindend en betrokken, respectvol, partijen die een grote ambitie hebben.

Expertise en innovatieve kracht
Dit alles zal leiden tot zorg waarin de patiënt centraal staat. In het gehele netwerk kan de patiënt eenzelfde werkwijze verwachten, met gelijke zorgpaden en protocollen, zorg die gebaseerd is op de laatste inzichten en vanuit multidisciplinaire teams. Als de zorg van de ene instelling binnen het netwerk overgaat naar de andere, zal er sprake zijn van een naadloze overgang en geen dubbel werk. Daarbij past een breed, hoogstaand en inclusief zorgaanbod dat de patiënt in zijn context ziet.
Voor de zorgprofessionals betekent dit dat ze door op meerdere plekken te werken samen met collega’s expertise ontwikkelen en gebruik maken van de innovatieve kracht op de verschillende plekken. Ze werken volgens de laatste inzichten en hebben de mogelijkheid om hun loopbaan verschillende richtingen te kunnen laten uitgaan.
Van Halder benoemt ook de mogelijke belemmeringen die deze werkwijze in de weg staan. De mededingingswetgeving kan voor uitdagingen zorgen, evenals bekostigingsregels. Hij pleit daarom voor nieuwe regels. Er ligt ook de vraag welke partij waarvoor verantwoordelijk is. Maar Van Halder sluit positief af: waar een wil is, is een weg en hij is ervan overtuigd dat dit het antwoord is op de vragen van de toekomst: een patiëntgerichte zorg vanuit een zorgnetwerk dat werkt vanuit de voorkant, innovatief is en waar alle lijnen en zorgniveaus met elkaar samenwerken.