Wat kunnen we leren?

Het is te vroeg om conclusies te trekken naar aanleiding van de corona pandemie maar er zijn wel een aantal opmerkelijke waarnemingen en vragen die opkomen. Dat blijkt uit het relaas van Martin van Rijn die ruim 100 dagen minister is geweest tijdens de uitbraak. Ernst Kuipers, voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, ziet een eind aan de vrijblijvendheid van regionale samenwerking. En hij wil meer transparantie als het gaat om de beschikbare medische capaciteit. Hans Brug signaleert dat het belang van gedrag en gedragsbeïnvloeding toeneemt naarmate de pandemie langer duurt. Hij geeft aan dat we dagelijks meer leren over alle aspecten van het virus maar dat onzekerheid onlosmakelijk is verbonden met een wereldwijde pandemie en haar gevolgen. De maatschappelijke inbedding van kennis en beleid is nog nooit zo belangrijk geweest. Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, en Romke van der Veen, hoogleraar sociologie van arbeid en organisatie, sluiten daarbij aan met een analyse van respectievelijk de lineaire koker van beleidsmakers en de flexibiliteit van instituties. Beleid moet het hart en de meetlat naast elkaar leggen, bepleit Bussemaker. We moeten beslissingsruimte geven aan de uitvoerders, vindt Van der Veen. Pieter Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau, schetst de economische contouren. De zorguitgaven zullen blijven groeien. Tegelijk signaleert hij dat er nog zware economische klappen aankomen voor dikwijls kwetsbare groepen.