Misschien moeten we de zorg niet vanuit een economisch maar vanuit een filosofisch principe besturen?

Olof Suttorp, voorzitter Raad van Bestuur Amphia Ziekenhuis, verzorgde met een filosofische overweging over zorg op een prachtige manier het einde van het congres.
Suttorp was het opgevallen dat we tijdens het congres steeds weer over systemen praten. En dat daarin de economie de dominantste factor is. Eigenlijk armoedig, merkte hij op.
Daarna filosofeerde hij over de vraag ‘wat is zorg eigenlijk’? Suttorp haalt filosoof Heidegger aan en komt tot de conclusie dat zorgen, zorg delen en de behoefte om te zorgen ons tot mens maakt: het heeft te maken met de relatie tot de ander. Deze interconnectiviteit tussen mensen is te verklaren uit het feit dat wij beschikken over spiegelneuronen, die actief worden bij alle vormen van gedrag tussen mensen onderling. Een wetenschappelijke bevestiging van filosofische gedachten over de mens?
Misschien, stelde Suttorp, moeten we eens niet vanuit een economisch maar vanuit een filosofisch principe besturen. Na een wervelend betoog over de aanwezigheid van macht in alle vormen van zorgrelaties en wat dat betekent, ook voor bestuurders, stelt Suttorp de vraag of wij niet beter met elkaar kunnen spreken over een ander thema, namelijk: wat is goede zorg? Wanneer sta ik werkelijk in contact met een zorgbehoeftige? En herken ik de grenzen van de relatie zorger/ verzorgende? Vragen over de betekenisvolheid van de relatie en daarmee de betekenisvolheid van het leven. Want wij weten dat de zorg een keer overgaat in zorgen voor het levenseinde. Moeten wij niet veel meer coaches worden voor onze professionals die de zorgverlening uitoefenen? Misschien is faciliteren van zorgverlening  en dat met onze professionals doordenken wel de essentie van ons werk?

‘Moeten wij bestuurders niet veel meer coaches worden voor onze professionals?’

  • Suttorp was het opgevallen dat we tijdens het congres steeds weer over systemen praten. En dat daarin de economie de dominantste factor is. Enigszins armoedig, vindt hij.
  • Want wat is zorg eigenlijk? Al filosoferend komt Suttorp tot de conclusie dat zorgen, zorg delen en de behoefte om te zorgen ons tot mens maakt.
  • Ook biologisch is dat te verklaren: de interconnectiviteit tussen mensen is te verklaren uit het feit dat wij beschikken over spiegelneuronen, die actief worden bij alle vormen van gedrag tussen mensen onderling.
  • Misschien moeten we de zorg eens niet vanuit een economisch maar vanuit een filosofisch principe besturen?
  • Na de constatering dat macht in alle vormen van zorgrelaties meespeelt, vraagt Suttorp zich af of wij niet beter kunnen spreken over een ander thema: wat is goede zorg?, in de filosofische zin. Wanneer sta ik werkelijk in contact met een zorgbehoeftige? En herken ik de grenzen van de relatie zorger/verzorgende? Vragen over de betekenisvolheid van de relatie en daarmee de betekenisvolheid van het leven.
  • Moeten wij bestuurders daarom niet veel meer coaches worden voor onze professionals die de zorgverlening uitoefenen? Misschien is faciliteren van zorgverlening en met onze professionals doordenken wel de essentie van ons werk?