Welkom in de zorgtrein: gelieve vertrouwen te geven en verantwoordelijkheid te nemen

Zuijderhoudt opent met: “Je zult maar worden behandeld door een arts, ouder dan 48 jaar, die constant bezig is met vaatnaaien en klepklossen… Die dokter telt af. Die dokter is een paard in de tredmolen. Maar heel tegendraads ga ik zijn kant kiezen.” Laten we hem dokter X noemen. Hij heeft een carrière tot op hoge leeftijd, heeft altijd hard gewerkt maar verliest de strijd tegen ‘war on talent’. En dan wordt gesproken over ‘lage inzetbaarheid’ van oudere professionals… Dat is krijgstaal Dat doet iets met je. De beleving verdwijnt. Lage inzetbaarheid betekent: je bent schuldig. Het ligt aan jou, professional. Hoe zou dat voelen? Maar waarom wordt niet gekeken naar wat er echt aan de hand is bij 50-plussers? Waarom is het pech als je een carcinoom hebt, maar is het een keuze als je verzuimt? We kijken niet naar hoe ‘we’ de zorg hebben georganiseerd; de laag inzetbare benoemen we gewoon tot de schuldige.

Zuijderhoudt wil dat er veel meer vertrouwen op de werkvloer wordt gecreëerd. Dokter X wordt dus als een probleemgeval gezien. Maar misschien is hij dat helemaal niet. Waarschijnlijk is hij een topdokter die netjes registreert, niet verzuimt, geen brokken maakt, alle nascholing doet en ja, misschien soms een beetje lastig is. Weliswaar is hij diep ongelukkig, maar hij haalt alle parameters wat betreft veiligheid et cetera.
Hoe blijft hij nog twintig jaar inzetbaar? Het antwoord in de zorg: dat is zijn probleem… Een blinde ziet dat dit niet goed afloopt. Er is sprake van twee werkelijkheden: de meetbare, die niet gefalsificeerd mag worden en de enige werkelijkheid is die telt, en de werkelijkheid van dokter X, een ‘alternative reality’.
Er is dus sprake van een gemeten en een echte werkelijkheid. Het blinde primaat van ‘weten is meten’ gaan we niet falsificeren, er is sprake van een circus waarin je een konijn uit eigen hoed krijgt. X is onmachtig hierin: hij lijdt, wordt ziek…


Kunde, Urteilskraft, een illusie en kannibalisme

De patiënt beleeft de echte werkelijkheid en heeft angst. Rationalisering daarvan is tegenwoordig gedegradeerd tot ‘een mening’: de dokter reageert met kunde, kunst en ernst, maar die hulp wordt dus ontkend. Terwijl het toch gaat het om aanspreekbaarheid. Dàt maakt de goede dokter. Door middel van praten met een patiënt haal je betere resultaten. En dat werkt ook bij medewerkers. Maar blijkbaar niet in de zorg. Zorg wordt gedomineerd door rationaliteit en wantrouwen: dat demotiveert mensen.
Terwijl dokters beschikken over kunde en Urteilskraft en hun empathie en emotionele aanspreekbaarheid toeneemt met het ouder worden, wordt zijn Urteilskraft nu slavernij: de dokter krijgt steeds meer eenzijdige kennis en moet steeds meer eenzijdige taken uitvoeren. Hij voelt zich niet meer op zijn Urteilskraft en intrinsieke motivatie aangesproken, maar op externe problemen. Niemand is meer geïnteresseerd in zijn Urteilskraft en steeds dezelfde handelingen uitvoeren is demotiverend.
Zuijderhoudt vergelijkt nijdig NS-machinisten met zorgprofessionals: “NS-machinisten staakten succesvol tegen het saaie ‘rondje rond de kerk’-rijden, terwijl vele psychiaters de hele dag niets anders doen dan lithium voorschrijven aan één kleine categorie patiënten.”
Hij komt tot de stelling dat het kwaliteits- en veiligheidsdenken in de zorg een illusie is. “De zorg vertrouwt blind op registreren en herijken. Het is als denken dat een auto altijd goed werkt na een APK-keuring. Doet hij het toch niet? Dan gaan we de APK-eisen weer opschroeven.” Als iets niet werkt, maak het groter. Maar dat kannibaliseert talent! Het systeem vraagt niet wat dokter X beweegt, maar wordt door juristen en controllers gecontroleerd. De dokter moet alleen nog maar de vinkjes invullen.

Low trust, high and random penalty’s
Zuijderhoudt heeft het dertig jaar lang volgehouden als arts. Waarom, vraagt hij zich af. Doorslaggevend daarvoor waren de houding en de hulp van collega’s, begrip van patiënten en af en toe een goede leidinggevende.
Hij benoemt dit als aspecifieke factor: onderhoud de onderlinge relatie. “Er valt tonnen aan laaghangend fruit te plukken om de situatie voor zorgprofessionals te verbeteren.”
Al jarenlang deel uitmakend van het Centraal Tuchtcollege, ziet Zuijderhoudt dat de impact van een tuchtzaak op de professional soms catastrofaal is. Des te verbazingwekkender is het hoe slecht de werkgevers soms zorgen voor behoorlijke (juridische) bijstand. In al die jaren heeft hij maar mondjesmaat leden van een RvB of ziekenhuisdirectie op de publieke tribunen gezien. Daarnaast hebben de meeste zorginstellingen geen beleid bij dreiging of stalking.
Het toverwoord hier is vertrouwen. In de zorg is sprake van een low trust society. De dokter wordt gewantrouwd. Van de overheid valt geen tegenwicht te verwachten. Zuijderhoudt verwijst naar de wijze waarop werd omgegaan met huisarts Nico Tromp: “Abominabel. Er is sprake van low trust en high en random penalty’s.” Maar naming en shaming werkt niet, stelt Zuijderhoudt.

Hoe ouder, hoe beter
De zorg moet z’n professionals meer holding bieden in de zin van ondersteuning. Geef die dokters meer autonomie, geef ze een uur per dag ruimte om iets anders te doen. Die stakende treinmachinisten is het gelukt, maar in de zorg gelden blijkbaar andere wetten. Draai dat om. Erken dat er sprake is van vergrijzing, dat 60-plus professionals in een lager tempo werken, minder reserves hebben, multitasken lastiger vinden dan jongeren. Hoezo zijn ze niet meer te enthousiasmeren? Op dit congres is de meerderheid 50-plus. Ga anders naar de zorg kijken: het is een peoplesbusiness en geef aspecifieke factoren, zoals Urteilskraft de ruimte, adviseert Zuijderhoudt. Juist de 48-plussers zijn goed in aspecifieke factoren, zij hoeven niet meer te concurreren, zij zijn op een leeftijd waarop zij geldingsdrang inwisselen voor dienen, mede door daling van testosteron. Dat is hun kracht.
Senioriteit is dus juist goed nieuws. “Hoe ouder, hoe beter”, stelt Zuijderhoudt. Bezie en behandel daarom de oudere zorgprofessional levensconform. Het is waanzin om een 64-jarige huisarts hetzelfde aantal uren nachtdienst te laten maken als een jongere collega: zo wordt vergrijzing een rampspoed. Hij pleit voor een nieuw herregistratiesysteem waarin dit soort factoren meespelen en seniore dokters het eerlijke verhaal wordt geboden, naast scharrelruimte en meer individueel maatwerk. Anders ben je met het verlengen van de pensioengerechtigde leeftijd een marathon aan het verlengen, waarbij geen verfrissingen worden aangeboden en dokters dreigen om te vallen. Waarop de zorg verbaasd reageert met de vraag ‘hoe kan dat nou’? Een zelf gecreëerde ramp, stelt Zijderhoudt. Creëer eerst rust, geef high trust en holding, geef aandacht aan de zachte factoren die bij oudere dokters goed zijn vertegenwoordigd, stop met APK‘s en geef ruimte en vertrouwen. Dan zullen oudere dokters hun verantwoordelijkheid nemen.