Naar meer menselijke maat

John Taks, ooit begonnen als  verpleegkundige en nu bestuursvoorzitter van het Diakonessenhuis in Utrecht, is van mening dat je altijd naar je innerlijke stem moet luisteren. Hij is van mening dat we vooral de menselijke maat niet moeten vergeten. ‘We zijn doorgeschoten in de bedrijfsmatige aanpak.’

Hij schetst enigszins ‘zwart-wit’ de context waarin managers in de ziekenhuizen moeten werken. ‘Om de discussie op gang te brengen.’ Dat doet hij door enkel korte observaties te delen met de zaal. Een selectie: ‘De meest gebruikte zin in het ziekenhuis is: ik kom zo bij u.’, ‘De burger vraagt steeds meer maar overvraagt ook af en toe’. Zelf kiest hij er nadrukkelijk voor om persoonlijk betrokken te raken bij de afwikkeling van alle calamiteiten in zijn ziekenhuis. ‘Dat zijn er 28 per jaar. Ik ben daar persoonlijk bij betrokken vanwege de grote invloed die zoiets heeft op de medewerkers en op patiënten,’ aldus Taks. Hij wil dat managers en behandelaars veel meer aansluiten bij de leefwereld van de burgers. ‘We moeten meer het debat voeren in de spreekkamer van de huisarts en de specialist’. Hardop vraagt hij zich af waarom een vergoeding voor moreel beraad over wel of niet behandelen niet geregeld is met de zorgverzekeraars.

Meer algemeen is zijn boodschap dat we meer focus moeten aanbrengen in de zorgzame samenleving. We zullen moeten kiezen. ‘Bijvoorbeeld voor baby’s en kwetsbare ouderen,’ aldus Taks. En professionals zullen meer een stem moeten krijgen. Op die laatste stelling wordt vanuit de zaal gereageerd met de constatering dat hier het grote probleem is dat de verpleegkundigen niet aan tafel hebben gezeten bij het jongste hoofdlijnenakkoord. Tegelijk wordt erkend dat professionals meer kunnen doen om hun rol op te pakken. Dit geldt bijvoorbeeld voor medisch specialisten. En dat begint al bij het veranderen van de opleidingen. Momenteel is daarin weinig aandacht voor maatschappelijke problematiek.