‘Hart en meetlat moeten naast elkaar liggen’

Ervaringen, kennis en emoties van burgers moeten vaker worden meegenomen in beleid. We moeten de komende tijd op zoek naar ‘het hart’ van het beleid. ‘Zo krijgen we eigenaarschap en keert de veerkracht bij mensen terug, aldus Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS).

Ze stelt vast dat de coronacrisis het ‘maximale’ heeft gevraagd van de publieke voorzieningen maar ook de structurele zwaktes laat zien. Het laat bijvoorbeeld zien dat de risicoloze samenleving niet bestaat en dat het niet mogelijk is om via beleid lineair te sturen op resultaten. ‘Kennis is cruciaal maar niet voldoende. Ik zou willen pleiten voor meer morele waardenafweging en voor het betrekken van ervaringskennis bij beleid. Dan krijgen we eigenaarschap’.

Ze wil meer initiatieven om burgers op een goede manier te betrekken bij beleid. Het is bijvoorbeeld nodig om extra aandacht te besteden aan jongeren wiens mentale veerkracht de afgelopen maanden enorm is afgenomen. ‘Een herwaardering van het publieke belang is nodig.’

‘Ik zou willen pleiten om de ‘ziel’ meer betekenis te geven en na te denken over hoe we vormgeven aan emoties zoals mededogen en verwondering,’ stelt Bussemaker. Meer emotie en meer openheid moet leiden tot minder starheid. ‘We moeten durven af te wijken van beleid. Dat wordt nu gezien als een teken van zwakte. Politici is in het verleden ‘draaien’ verweten. Maar ‘draaien, meebewegen, zou je als iets positiefs moeten zien.’

Je krijgt dan besluitvorming die plaatsvindt na het afwegen van waarden. Bestuurders zouden met de nieuwe werkwijze aan de slag kunnen door bijvoorbeeld moreel beraad tussen medewerkers te stimuleren en meer ruimte te bieden voor maatwerk. De RVS voert momenteel gesprekken met bestuurders over pijnpunten en dilemma’s bij besluitvorming.  Daaruit komt ondermeer naar voren dat bestuurders ruimte nodig hebben voor compassie.

Door de crisis wordt verder duidelijk dat de relatie tussen vrijheid en verantwoordelijk opnieuw moet worden bekeken. Dat geldt zowel voor de ruimte die burgers krijgen als de vrijheid en verantwoordelijkheden van professionals om waarde afwegingen te maken. ‘Als de crisis ons één ding leert dan is het wel dat we professionals meer ruimte moeten geven. Veel zorgmedewerkers verlaten de zorg omdat ze die ruimte niet krijgen. We moeten ons daar zorgen over maken.’

Een andere invulling van professionaliteit is nodig, zegt Bussemaker. ‘Er is veel behoefte aan reflectie. Daarbij past ook dat je afstapt van een afrekencultuur en van de focus op alleen de prestaties van de eigen instelling. We moeten op zoek naar het hart van het beleid voor de komende tijd. Naar een antwoord op de vraag hoe we ons verbinden, hoe we voor elkaar kunnen zorgen en maatwerk kunnen creëren. Laat bijvoorbeeld verpleegkundigen meepraten over werkroosters. We moeten onszelf ook bevragen op de muren die ons in de ban houden. Ruimte is te zoeken in bijvoorbeeld coöperaties en nieuwe verbanden. Het is nu tijd voor doorbraken.‘