De wereld van (on)geluk, surfers en afhakers in toekomstige trends

Van Campen toont ons enkele denkrichtingen van de nieuwe toekomstverkenning van het SCP, waaraan nog wordt gewerkt. Elke twee jaar brengt SCP een dergelijk rapport uit. Van Campen benut deze lezing om de deelnemers alvast informatie te tonen, maar ook om de discussie aan te gaan. In de toekomstverkenning, met 2050 als stip op de horizon, ligt de focus op vergrijzing en kwaliteit van leven. “Laten we kijken naar dat (on)geluk: wie kunnen mee in de komende decennia, wie kunnen niet mee, zullen afhaken?” 2050, dat is eigenlijk denken over de generaties na ons: hoe zorgen zij voor elkaar? Het begrip ‘zorgen’ wordt breed opgevat: ook hulp van buren en familie behoort daartoe. Hoe kijkt de burger daar eigenlijk naar? Die is niet alleen hulpgever, maar ook werkgever of werknemer, zelfstandige, buurtgenoot.”

De drijvende krachten van de trends voor de komende decennia zijn demografische (vergrijzing, krimpgebieden en culturele diversiteit), technologische, economische en ecologische factoren. Een serieus probleem zal worden dat er meer ouderen en minder mantelzorgers zullen zijn terwijl professionele hulp duurder zal worden. Oplossingen moeten gezocht worden in de technologie, aanpassing van het zorgstelsel, tussenvormen van wonen en zorg, zelforganisatie van de burger bij de terugtrekkende overheid, en flexibilisering van de arbeid.

Wat doen we met de ‘niet-aaibare’ buurtbewoners?
“Blijft de vraag: wie kunnen mee met die ontwikkelingen, wie niet?”, vraagt Van Campen aan de deelnemers. De alleenwonende ouderen zonder contacten en zonder geld, haken af, wordt geconstateerd. Zij missen de vaardigheden om dingen voor zichzelf te organiseren. Laaggeletterden zullen het ook moeilijk krijgen. “Moeten we nu dus vol inzetten op onderwijs?”, vraagt Van Campen.
Ook ouderen in krimpgebieden krijgen het mogelijk moeilijk, hoewel mensen in die gebieden elkaar juist vaak heel goed kennen en zich daardoor makkelijk kunnen organiseren, bijvoorbeeld in zorgcoöperaties. In samenwerking met de huisarts en wijkverpleegkundige kan dat leiden tot goede zorg.
En wat te doen met ‘niet-aaibare’ buurtbewoners? Worden die afgehaakt door anderen? Komt er weer een nieuwe vorm van verzuiling? Gaan verschillende culturen weer hun eigen zuilen vormen?
Wat betreft wonen en zorg: hoe voorspelbaar is het hoe iemand wordt als hij nu 30 is? Laagopgeleiden hebben een grotere kans om kwetsbaar te worden, maar het gaat niet alleen om onderwijs, ook om de vaardigheid om netwerken te vormen.
Geconstateerd wordt dat een monomane aanpak niet meer zal helpen, de aanpak zal multicultureel moeten zijn om zoveel mogelijk mensen te bereiken.

Culturele diversiteit wordt een belangrijke factor
Maar wie zijn de mensen die er dan toch nog tussenvallen? Wat doen we met hen? Wie vindt ze? Opgemerkt wordt dat het voor sommige mensen scheef loopt als het gaat stapelen langs de bekende assen: laagopgeleid, slechte gezondheid, weinig geld, slecht voor zichzelf zorgen, geen vaardigheden om een netwerk te creëren et cetera. Van Campen: “Dus moeten we de komende tijd breder gaan kijken naar wat kwetsbaarheid precies is.”
De groepen die ertussen kunnen vallen, zijn vaak de mensen in grote steden van niet-westerse afkomst. Zij hebben weinig sociale structuren en zullen hoogstwaarschijnlijk terugvallen op de waarden van hun eigen cultuur. Culturele diversiteit wordt dus belangrijke factor bij de vraag wie aanhaakt en wie afvalt.

Creëer mogelijkheden, laten wij het niet invullen
Van Campen constateert ook dat ouderenzorg een probleem heeft. Het contrast is opvallend: uit onderzoeken blijkt dat verpleeghuisbewoners vaak zeer tevreden zijn, terwijl door anderen negatief over verpleeghuiszorg wordt gedacht. Van Campen verwijst naar zijn onderzoek op de website van SCP: https://www.scp.nl/Nieuws/Waarom_niemand_naar_een_verpleeghuis_wil
Gerda van Dijk vraagt zich af wat er bij mensen gebeurt bij het woord ‘afhakers’. Zij stelt dat daar veel preciezer over gepraat moet worden omdat dit een complex vraagstuk is: “We praten over 2050 met de beelden die we nu hebben. Ga terug naar de waarden en ga dan in kleine stapjes aan het werk. Ga vrij over dit onderwerp nadenken en creëer mogelijkheden.” Het is belangrijk om mét die mensen te praten, niet over hen. Het is verstandig om de twintigers te vragen hoe zij dat zien, laten we dit niet nu al zelf te veel willen invullen, wordt geconstateerd.