Goede performance in weer en wind

Er zijn drie pijlers in de zorg voor een goede performance in de praktijk

  1. Continu streven naar excellentie
  2. Handelen vanuit medemenselijkheid
  3. Rekenschap afleggen.

Alle pijlers worden door zorgprofessionals en zorgbestuurders als belangrijk gezien. Voor de erkenning van het arts zijn krijgt de tweede pijler de meeste steun; hier spreekt men over ‘roeping’ en ‘de redenen om arts te worden’. Bij het opnieuw registreren blijkt dat het uitvoerigst wordt gereflecteerd op de tweede pijler. Lombarts: “Het is duidelijk dat de meeste zorgprofessionals uit ‘medemenselijkheid’ hun energie halen.

Drie fundamentele zaken onder de drie pijlers zijn:

  1. Intrinsieke motivatie. Dat leidt tot een goede performance. Extrinsieke motivatie doet dat niet in dezelfde mate, en zeker niet op lange termijn. We hebben het hier over de ‘why’-vraag: waarom wil je in de zorg werken, mensen helpen?
  2. Deugd. Bescheidenheid, de bereidheid om je eigen zwakkere kanten te erkennen, de sterkten in anderen te zien en hier iets mee te doen. Bescheiden professionals zijn bereid te praten, te overleggen. Dit voorkomt een tunnelvisie en leidt tot goede relaties met collega’s. In de zorg heerst nog te vaak een angstcultuur. Dat leidt ertoe dat zelfs studenten al niet kritisch durven zijn. Terwijl de cultuur zou moeten zijn ‘leren met elkaar’
  3. Ontmoeting van mens tot mens. Zeker in de zorg – waar sprake is van asymmetrie tussen zorgprofessional en cliënt – is dat essentieel om te komen tot vertrouwen tussen de zorgprofessional en de cliënt. In die ontmoeting is empathie – zowel affectief als cognitief – bij de zorgprofessional van wezenlijk belang.
Weinig vitaliteit bij dokters
Maar empathie in zorg neemt af omdat jonge professionals zich bij de klinische confrontaties vaak onvermogend voelen en zich daarin terugtrekken tijdens de studie en verdere opleiding. Dit moeten we beter bespreken. Daarnaast is er sprake van stress bij zorgprofessionals. Dat leidt tot afnemende vitaliteit. Terwijl ontmoetingen tussen zorgprofessionals en cliënten juist vraagt om empathie, want pas dan kan compassie volgen. En dat vergroot op zijn beurt de vitaliteit bij medewerkers. Lombarts roept de bestuurders op om bij het behoud van professionals vooral hier veel aandacht aan te besteden.
Bij een vitaliteitsonderzoek werden dokters hierop gescreend. Vijfenveertig groepen spraken met elkaar over dit onderwerp. Lombarts: “Ik werd er heel verdrietig van. Ik constateerde dat er veel leed is onder dokters. Bij de vraag waarom zij dan toch nog dit werk deden, was vrijwel altijd het antwoord: ‘Voor de patiënt’. Meer niet. Zij ervoeren in de instellingen een slechte cultuur met weinig veiligheid en gebrek aan collegialiteit. Het toenemende takenpakket leidt tot ’s avonds thuis e-mailen en gesprekken met patiënten voorbereiden, minder autonomie, burn outs en uitvallen.”


Tegenkrachten: verzakelijking, versnelling en verharding

In de praktijk kunnen dokters dus moeilijk presteren en leven naar de drie pijlers voor een goede performance. Lombarts onderzocht wat de belangrijke tegenkrachten van een goede professionele performance zijn.

  1. Verzakelijking; een bureaucratische systeem- en leefwereld. Die systeemwereld dringt de leefwereld binnen en onderwerpt de professionals. Omdat alles wordt bepaald, deprofessionaliseert de professional. Hij is nog slechts uitvoerder. Een gevaarlijke ontwikkeling voor een goede performance, stelt Lombarts. Want die systeemwereld eist volgzaamheid, het professionele waarnemen wordt verdund tot de vraag of het protocol wel wordt gevolgd. “Het gaat niet meer om de bedoeling, maar om regels en het volgen van een stappenplan.“ Jonge zorgprofessionals weten al bijna niet beter en hebben niet eens meer door dat dit aan de hand is. Heel gevaarlijk, want niet de regels, maar de patiënt zou centraal moeten staan
  2. Versnelling. We hebben het druk, druk, druk. We gaan steeds meer doen, er zijn steeds meer apparaten waarmee we moeten werken en die ons werk bezorgen. De versnelling heeft twee aspecten: de vermeerdering – meer willen doen in onze multiple choice society – en de verdichting – ons leven compacter organiseren omdat we meer willen doen. Kortom, we hebben de tijd niet. Dat put ons uit, leidt tot stress. Er is geen tijd meer voor kairos, reflectie, wikken en wegen. Alleen nog voor chronos, de kloktijd
  3. Verharding. Verhuftering – agressie naar professionals – en verruwing – de ieder voor zich-cultuur – is ontstaan vanuit het individualisme: je bent regisseur over je eigen leven. Maar, stelt Lombarts, wij moeten nog leren omgaan met die verworven vrijheden. De mens is uit balans.

Deze drie tegenkrachten leiden tot een verminderde vitaliteit bij de professionals, wat op zijn beurt leidt tot minder kwaliteit van zorg.
Daarnaast leidt het tot hoge aantallen burn outs. Enkele cijfers: bij AIOS 20%, bij klinisch hoogleraren 26% en bij jonge dokters (jonge klaren) 18%.
Lombarts concludeert dat we moeten komen tot zorgprofessionals die optimaal voor hun job kunnen gaan en de drie pijlers kunnen volgen. Vervolgens kunnen zij toekomen aan zingeving, wat leidt tot compassie en medemenselijkheid. Op die manier behouden zij hun vitaliteit, kunnen we dokters behouden en wordt de kwaliteit van de zorg beter.